BSM - DE JONG THERAPIE
Stacks Image 1169
BSM staat voor Brain Stimulating Method. De therapie is genoemd naar Janny de Jong-Koutstaal, grondlegster van deze methode.

De BSM – de Jong® therapie is vooral geschikt voor kinderen, maar wordt ook ingezet bij adolescenten en volwassenen. Deze methode zoekt naar het verband tussen het functioneren van de persoon en zijn fysieke toestand. Uitgangspunt is dat leer-, gedrags- of ontwikkelingsproblemen zijn terug te voeren op een lichamelijke oorzaak.
De Therapie is een trainingsmethode. Er wordt een bewegingsprogramma op maat gemaakt, dat men thuis dagelijks moet uitvoeren. Door deze bewegingen worden er gerichte prikkels naar de hersenen gestuurd. Het zenuwnetwerk wordt uitgebreid en hersengebieden worden sterker. Kinderen gaan beter presteren op school, voelen zich prettiger en/of gaan vooruit in gedrag, enz. Bij volwassenen uit het zich meestal in het welbevinden: minder hoofdpijn, zich prettiger voelen, enz.
VOOR WIE IS DE THERAPIE?
De Therapie is bedoeld voor kinderen en volwassenen met bijvoorbeeld:
Leer- en concentratieproblemen
(bijv: slecht luisteren, niet mee komen op school, dromerig zijn, ontremd gedrag, vaak: hè? zeggen, struikelen of spullen omgooien, veel huilen of driftbuien)
Dyslexie, dyscalculie, ADD, ADHD, PPD-NOS, NLD, autisme, (hardnekkige) spraak-taalproblemen
Faalangst, scheidingsangst
Motorische problemen
Slaapproblemen, vermoeidheid, depressiviteit
Psychische of hormonale problemen
BSM - DE JONG THERAPIE
HOE GAAT DE BSM-THERAPIE TE WERK?
Er wordt eerst een uitgebreide anamnese afgenomen.

Na de anamnese wordt, afhankelijk van de hulpvraag verder onderzoek gedaan. Hierna wordt een individueel behandelplan opgesteld en besproken en worden de lichamelijke oefeningen voorgedaan. Daarnaast kunnen voedingsadviezen gegeven worden.

Door middel van tests volgens methode geïntegreerde technieken en ESB® (energetische structurele balans) kunnen blokkades worden opgespoord en behandeld.

Daarnaast kan didactische hulp worden geboden.

De lichamelijke oefeningen dienen 6 dagen per week (onder begeleiding van ouders) te worden gedaan. Dit neemt ongeveer 15 minuten in beslag.

Na 4 weken volgt een eerste controle-afspraak. Afhankelijk van de ontwikkeling worden daarna controle-afspraken om de 8 weken gemaakt. Tussendoor kan telefonisch overleg plaatsvinden.